afb.
In de morgen van dinsdag 24 oktober 1944 gaat Piet van Zuijlen met zijn ober Jan van der Aa en de buurman Haske van Lokven naar boven. Door de kieren proberen zij te ontdekken hoe buiten de zaak ervoor staat. Vader van Zuijlen constateert: “Potverdomme, daar liggen Duitsers”. Pas later zou blijken dat hij zich vergist had, want het waren geallieerde soldaten. Vader van Zuijlen gaat weer naar beneden. Het eerste wat hij doet is zijn zoon Nol feliciteren met zijn 10e verjaardag. Op dat moment komt de buurvrouw Bertha van Deursen aan Piet van Zuijlen vragen of hij de buurman wil helpen wiens paard gewond was. Steeds hulpvaardig zoals Piet van Zuijlen was loopt hij mee. Als hij wil oversteken naar de stal waar het gewonde paard was ziet hij een Engelsman staan. Hij vindt dit een angstaanjagende situatie. Aan de voorkant van zijn huis Duitsers en aan de achterkant geallieerde militairen. Hij rent vervolgens weer naar binnen en zegt de Duitsers dat ze onmiddellijk moeten verdwijnen. Tevens vraagt hij om een wit laken. Ondertussen vluchten enkele Duitsers de tuin van de buren in. Anderen rennen het café in. De Engelsen zien bewegingen achter het verduisteringspapier dat voor de ramen is aangebracht. Even daarvoor zagen ze de Duitsers het café invluchten en het is dus niet moeilijk te raden wat ze dachten. Het vuur op bewegende schimmen werd geopend. Het mitrailleurvuur trof Piet van Zuijlen in de hartstreek. Hij was op slag dood. Volgens de verklaring van dokter Hanegraaff van der Colff overleed hij op dinsdag 24 oktober om 7.30 uur. | 75 |
A. van den Elzen, Wel gestorven niet vergeten : Oorlogsslachtoffers Rosmalen (1996) 1, 12, 73-75
Ad Hermens, Rosmalen in de vuurlinie (1994) 173
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 402